Navigeer

Chirurgische behandeling

Obesitas vraagt een multidisciplinaire aanpak. Om een bariatrische ingreep te doen slagen, is een professionele begeleiding een must!
Aanpassing van de eet- en leefgewoonten en beweegadvies zorgen voor het beste resultaat op lange termijn!

Bewegen

Regelmatig bewegen is belangrijk zowel voor als na een bariatrische ingreep. Een goede
preoperatieve conditie vermindert het risico op complicaties tijdens en na de ingreep en zorgt voor een betere recuperatie postoperatief.

Postoperatief mag de patiënt na 3 weken starten in het obesitasprogramma.

Voeding en dieet

Na een afspraak bij de obesitascoördinator volgt een eerste consult bij de diëtiste voor een screeningsgesprek. Hierin wordt gevraagd naar de dieetgeschiedenis en het gewichtsverloop. Aan de hand van een voedingsanamnese wordt het huidig voedingspatroon besproken. Dit alles om te achterhalen welk type eter de patiënt is, om een zo goed mogelijke behandeling te starten.

Tien dagen voor de operatie zal de patiënt starten met een koolhydraatarm en eiwitrijk dieet. Dit dieet is van belang zodat de lever krimpt (ontvetten) en waardoor de complicaties tijdens de operatie verminderen.

Na de operatie voorziet de diëtiste nog een aantal opvolgconsultaties ter bespreking van de verschillende fases in het nieuwe voedingspatroon. Telkens wordt de voeding besproken en advies gegeven hoe de voeding verder uit te breiden, dit alles om een goede voedingsstatus te handhaven. Bovendien worden eventuele klachten besproken zoals dumping, diarree, braken, misselijkheid, … .

Tijdens elk consult wordt de patiënt gewogen en het gewichtsverloop bijgehouden.

Psycholoog

Na het eerste contact met de coördinator van de obesitaskliniek, komt de patiënt voor verdere screening terecht bij de psycholoog. Tijdens een verkennend gesprek vormt de psycholoog een meer genuanceerd beeld over de leefomstandigheden en gewoonten van de patiënt. Daarnaast worden de motivatie en verwachtingen van de patiënt in kaart gebracht. Volgende vragen komen al dan niet rechtstreeks aan bod. Wat zijn de beweegredenen van de patiënt om een operatie te ondergaan? Vaak gaat het om gezondheids- of esthetische redenen. Hoe staat hij/zij tegenover gedragsverandering? Is hij/zij bereid om gewoontegedrag op vlak van eten en/of beweging te veranderen? In welke mate wil en kan de patiënt zich engageren? Wat verwacht hij/zij van een operatie? Ziet hij/zij de operatie als een snelle en gemakkelijke oplossing? Het is belangrijk dat de patiënt de operatie ziet als een begin van een veranderingsproces waarin hij/zij zelf een actieve rol moet spelen.

Psychotherapeutische begeleiding kan voorzien worden op verschillende momenten in het behandelproces. Zowel voor als na de ingreep of tijdens het conservatief behandelplan.

Zes maanden na de operatie wordt er steeds een opvolgingsgesprek met de psycholoog voorzien. Vaak gaat het erg goed vlak na de operatie maar ontstaan er problemen een aantal maanden na de operatie. Tijdens dit opvolggesprek worden mogelijke aanpassingsmoeilijkheden in kaart gebracht en samen met de patiënt bekeken of een psychotherapeutische begeleiding zinvol kan zijn. Indien er geen verdere begeleiding volgt, wordt  voornamelijk gekeken naar terugvalpreventie: hoe ga je om met stress, met de stabilisatie van het gewicht, verlies van motivatie, enz. .

Ook al start er geen verder begeleiding na de opvolgconsultatie, toch kan de patiënt steeds terug contact opnemen om een nieuwe afspraak te plannen, op eigen initiatief of op verwijzing van de dokter of diëtiste.